De bedrijfsvoering is strikt georganiseerd en verloopt via vaste procedures.
Vanuit onze regelzaal wordt de centrale bediend, deze wordt volcontinu bemand door wachtploegen.
Op de regelzaal heerst rust en orde zodat het regelzaalpersoneel de volledige aandacht op het proces kan richten. Vergaderingen (wachtoverdracht, teambesprekingen) zijn functioneel.
Voor een onder alle omstandigheden veilige bediening zijn hier vier wachtmedewerkers aanwezig: één Wachtingenieur, één Plaatsvervangend Wachtingenieur en twee Hoofdwerktuigkundigen. Deze vier hebben specifieke taken. Daarom is de ruimte verdeeld in kwadranten, bemand door een operator met eigen taken en verantwoordelijkheden. Bij deze verantwoordelijkheden horen eigen instrumenten en in één geval ook documenten. Alles wat hij nodig heeft, vindt de betreffende Hoofdwerktuigkundige in zijn kwadrant. Dat voorkomt geloop en bevordert de rust en het overzicht.
De documenten zijn geconcentreerd bij de Plaatsvervangend Wachtingenieur. Alle benodigde informatie zoals procedures en technische informatie staat op papier maar is ook digitaal beschikbaar.

De kerncentrale is een continubedrijf, de bediening vindt plaats vanuit de regelzaal die in ploegendiensten wordt bemand. EPZ stelt hoge eisen aan de medewerkers die vanuit de regelzaal de kerncentrale bedienen. Zij zijn geschoold op minimaal HBO-niveau en geselecteerd op eigenschappen als stressbestendigheid en het werken in teamverband.
Op het moment van indiensttreding krijgt het wachtpersoneel een fulltime opleiding van 1,5 jaar. Daarvan worden tien weken doorgebracht op de simulator in het Duitse Essen. Op deze simulator worden allerlei gewone en ongewone praktijkomstandigheden nagebootst.
Verder krijgen operators nog eens vier weken theoretisch onderwijs in kernfysica bij NRG in Petten. Ook is er praktijkonderwijs in de vorm van stages bij verschillende bedrijfsonderdelen. Na anderhalf jaar volgt een examen onder toezicht van de toezichthouder Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Wie slaagt, krijgt een bevoegdheid voor twee jaar, dan volgt een herbeoordeling.
Gedurende hun hele carrière worden operators doorlopend geschoold. Vier weken per jaar volgen ze een ‘opfristraining’ waarvan er twee worden doorgebracht op de simulator. Bij promotie volgt bij iedere carrièrestap opnieuw een fulltime opleiding die tot een jaar kan duren.
Buiten de regelzaal, in de installatie, zijn Werktuigkundigen aan het werk. Zij worden aangestuurd vanuit de regelzaal. Zij werken in de installatie, hebben een afgeronde technische MBO-opleiding gevolgd en een fulltime bedrijfsopleiding van zes maanden.
Alle medewerkers (op de regelzaal en in de installatie) beschikken over de benodigde skills & tools, vastgelegd in documenten zoals ‘Human Performance Tools’ en de ‘Management Verwachtingen’. Deze worden voortdurend aangepast aan nieuwe inzichten, er is controle op het onderhouden van kennis en vaardigheden.
Houdt overzicht op de (procedurele) gang van zaken rond de bedrijfsvoering. Is verantwoordelijk voor de (nucleair) veilige en economische bedrijfsvoering tijdens zijn wacht. Bij storingen en bijzondere omstandigheden neemt de Wachtingenieur [1] de juiste maatregelen met betrekking tot de reactorveiligheid en coördineert de acties in en rond de installatie.
Neemt een onafhankelijke positie in en toetst de dagelijkse gang van zaken aan de hand van de procedures. Achter de Plaatsvervangend Wachtingenieur [2] staat een bibliotheek met alle procedures. Die beschrijven de normale gang van zaken. Plus de procedures die gelden onder bijzondere omstandigheden.
Op een speciaal paneel volgt de Plaatsvervangend Wachtingenieur de kritische veiligheidsfuncties van de kerncentrale. Denk hierbij aan de condities in het primaire systeem, de functionaliteit van het containment en de omstandigheden in de reactor.

Een Hoofdwerktuigkundige [3] houdt in zijn kwadrant toezicht op het reactorbedrijf van de kerncentrale. Hij controleert de automatische bediening tijdens normaal bedrijf. Tijdens storingen handelt hij volgens voorgeschreven procedures en controleert het verloop van de afwikkeling van de storing. Als dat nodig is (en wordt voorgeschreven), grijpt hij in.
Een andere Hoofdwerktuigkundige [4] houdt vanuit zijn kwadrant toezicht op de elektriciteitsproductie met de turbine en de generator van de kerncentrale. In principe is dit het niet-nucleaire gedeelte van de bedrijfsvoering tijdens normaal bedrijf. Tijdens storingen handelt hij volgens de voorgeschreven procedures en controleert het verloop van de afwikkeling van de storing. Als dat nodig is (en wordt voorgeschreven) grijpt hij in.

De Werktuigkundigen worden aangestuurd vanuit de regelzaal. De Werktuigkundigen controleren de installatie en voeren (bedienings-)instructies, tests en inspecties uit.
De bevelvoerder is een fulltime professioneel en gediplomeerd brandweerman. Uit de wachtploeg van de kerncentrale en de beveiligingsorganisatie is een eerste aanvalsploeg samengesteld met medewerkers die Rijksgediplomeerd brandweerman zijn. Na maximaal tien minuten is ook de brandweer van de veiligheidsregio aanwezig.
Voor extreme branden beschikt EPZ over een crashtender, een schuimblusvoertuig dat ook op vliegvelden wordt gebruikt.

EPZ kiest het beste van twee werelden:
- De hardware is van Duitse makelij en het beste dat op het gebied van kerntechnologie te krijgen was en is. De Duitse technologie gaat uit van de automatische bediening van de kerncentrale die menselijk ingrijpen tot een minimum beperkt.
- De procedures voor de bediening zijn van Amerikaanse origine. De Amerikaanse filosofie gaat er vanuit dat de mens altijd moet kunnen ingrijpen als de situatie dat vereist. Wanneer en hoe is nauwgezet vastgelegd in procedures. Kern van de zaak is dat de medewerkers altijd over de juiste informatie beschikken, de automatische bediening voortdurend controleren en alleen bij vooraf gedefinieerde situaties op een voorgeschreven manier ingrijpen.
Kortom: de kerncentrale kan zonder menselijk ingrijpen veilig worden afgeschakeld, maar als het nodig is, zal de mens ingrijpen. Voor elke situatie geldt dat de kerncentrale altijd in een veilige toestand zal worden gebracht: automatisch of manueel.
De wachtploeg werkt met:
- Het vier ogen principe: beslissingen of acties onderneem je nooit alleen.
- Specifieke communicatietechnieken: hoe en wanneer geef je een instructie, hoe communiceer je hierop terug.
- Start-werk-besprekingen: voor je iets besluit of uitvoert, neem je vooraf door wat de bedoeling is en wat het resultaat moet zijn. Dit is het moment om onduidelijkheden weg te nemen of kritische vragen te stellen.
- Zelfcontrole: je controleert altijd het resultaat van je eigen werk en communiceert hierover met je collega’s.
- Situatiebewustzijn: medewerkers zijn getraind om zich voortdurend bewust te zijn van het resultaat van handelingen of beslissingen.
- Rust op de regelzaal: de Wachtingenieur ziet erop toe dat er rust en orde heerst op de regelzaal.
Met één knop kan de Wachtingenieur de alarmstaf bij elkaar roepen.
Achttien functionarissen met uiteenlopende disciplines zijn volgens een schema van consignatiediensten direct oproepbaar.
Na een alarm komt de alarmstaf bijeen onder leiding van de geconsigneerde Site Emergency Director (SED). Die trekt op dat moment alle verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding naar zich toe voor de acties die nodig zijn.
De bediening van de kerncentrale blijft de verantwoordelijkheid van de Wachtingenieur die hierover met de Site Emergency Director communiceert. De SED zorgt voor de afwikkeling van het alarmplan.
De alarmstaf heeft een duidelijke taakverdeling. Er wordt een beleidsteam geformeerd en er wordt een contactpersoon bij de overheid geplaatst. Aan de hand van draaiboeken, procedures en informatiestromen wordt een indeling gemaakt:
hoe ernstig is de betreffende storing en welke maatregelen horen daarbij?
Er wordt via het nationaal noodnet contact gelegd met de hulpdiensten en de overheid. Voor de afhandeling van ernstige incidenten zijn goede afspraken gemaakt met de overheid. Er wordt regelmatig geoefend, ook op het gebied van terreurbestrijding.


Het kernsplijtingsproces is bij bijzondere omstandigheden met één druk op de knop te stoppen. De regelstaven vallen dan in de reactor, de neutronen die de kernsplijting op gang houden, worden geabsorbeerd en de kettingreactie stopt onmiddellijk.
Ook de automatische bediening kan besluiten tot een ReaktorSchnell-Abschaltung (RESA) als bepaalde parameters of gebeurtenissen dat nodig maken. Handmatige bediening van de ‘noodstop’ is dus niet noodzakelijk.
In extreme gevallen kan een reserve wachtploeg worden opgeroepen. Er is een reserve regelzaal van waaruit de bediening van de kerncentrale kan worden overgenomen als de normale regelzaal niet meer beschikbaar is.
De collega’s in de wachtploegen worden bijgestaan door een ondersteunende afdeling die elders op het complex is gehuisvest. Die biedt ondersteuning bij operationele vragen.
Medewerkers zijn fulltime bezig met het verbeteren van processen, procedures en storingsanalyses. Eigen storingen worden geanalyseerd en gedocumenteerd. Ook internationale storingen bij collega-kerncentrales worden bekeken op hun relevantie voor de eigen operations en vervolgens geanalyseerd. Op deze manier wordt operationele ervaring voortdurend verbeterd en actueel gehouden. Zo kan op storingen worden geanticipeerd en hun aantal geminimaliseerd.
Als er toch storingen optreden, wordt ervan geleerd. De opgedane kennis wordt vervolgens weer internationaal gedeeld.

Een reactorkern blijft altijd restwarmte produceren, ook als de reactor uit bedrijf wordt genomen. De splijtstof in de reactor blijft door radioactief verval toch warmte maken, ook als de kettingreactie (kernsplitsing) is gestopt.
De kern moet dus ook tijdens een ‘stop’ worden gekoeld. Aan de ene kant dient koelwater om straling af te schermen, aan de andere kant wordt de overtollige warmte ermee afgevoerd. Dus ook als de hoofdsystemen worden opengemaakt, zijn er hulpsystemen in bedrijf die worden bediend vanuit de regelzaal.
De kerncentrale heeft meerdere koelsystemen (zie ontwerp) die los van elkaar functioneren. Deze koelsystemen gaan nooit gelijktijdig uit bedrijf. Welke koel- of andere hulpsystemen op welk moment beschikbaar moeten zijn, ligt vast in de technische specificaties van de centrale.
Een ‘stop’ wordt altijd zorgvuldig voorbereid. Dat is economisch voordelig (zo kort mogelijk) maar ook een veiligheidskwestie omdat een balans moet worden gevonden tussen maintenance en operations eisen. Altijd is daarbij de veiligheid leidend. De verantwoordelijkheid voor de nucleaire veiligheid ligt tijdens een ‘stop’ bij de afdeling splijtstofwissel.
Er wordt permanent gekeken naar internationale veiligheidsinzichten en de stand van de techniek bij collega-kerncentrales. Elke tien jaar voert EPZ een groot onderzoek uit om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de veiligheid van de centrale nog verder te vergroten. Dergelijke onderzoeken in 1983, 1993, 2003 en 2013 hebben geleid tot aanpassingen die de kerncentrale telkens zo’n tien keer veiliger maakten. Zo zijn iedere tien jaar verbeteringen doorgevoerd waardoor de kerncentrale nu duizend keer veiliger is dan in 1973.
Op basis van uitkomsten van de audits door het IAEA en de internationale vakorganisatie voor kerncentrales WANO, wordt de organisatie voortdurend verbeterd. De nieuwste inzichten op het gebied van Human Performance worden ingebracht en toegepast zodat de veiligheidscultuur permanent wordt onderhouden en getoetst. Lessons learned en best practices uit de hele wereld worden getoetst op meerwaarde voor Borssele en daarna overgenomen.

In de regelzaal geldt de regel dat besluiten conservatief genomen worden. Regelzaalmedewerkers zullen bij afwijkingen de kerncentrale altijd terugbrengen in een toestand die zij kennen door het volgen van vaste procedures. Bij bijzondere operationele omstandigheden maakt EPZ gebruik van speciale besluitvormingstechnieken. Bij storingen of afwijkingen bij onderhoud komt een vaste groep specialisten (of hun plaatsvervangers) bij elkaar om op een goed controleerbare wijze besluiten te nemen. Zij onderzoeken en vergelijken gegevens vanuit verschillende invalshoeken. Vervolgens leggen zij oorzaak-gevolg relaties en identificeren oplossingen en alternatieve oplossingen. Daarna wordt een afgewogen besluit genomen.